Grote Kruisbek 10, 15 · 18, 573 · 6, 22-30

Broedt en overwintert in Scandinavië en Europees Noord-Rusland; in sommige najaren zuidwaarts trekkend.

De soort werd tot 1 januari 1993 beoordeeld door de CDNA, niet in 1993-2001 weer wel in 2002-12 en vanaf 1 januari 2013 niet meer. Deze wisselende waardering heeft te maken met het invasie-achtige voorkomen. Voor de 19e eeuw en de periode 1993-2001 ontbreken daarom hieronder gegevens. In de 19e eeuw vonden invasies plaats in 1867, 1868, 1877-78(79) en 1887-88(89) en er zijn ook twee specimens uit april 1862. In de 20e eeuw vonden twee grote invasies plaats: in 1982-83 (230+) en 1990-91 (320+). Er waren ook behoorlijk grote invasies in 2007/08 (27) en 2013/14 (c 100 gevallen). In de uitloopperioden van de invasies in de 1980er en 1990er jaren werden aanwijzingen voor broedgevallen bekend. In de bijna 100 jaren tussen de grote invasies van 1887-88(89) en 1982-83 was de soort zeer zeldzaam met 11 gevallen (16 exemplaren). Een aantal van die gevallen had echter mogelijk betrekking op niet-opgemerkte kleine invasies, zoals in 1901, 1963 en 1966.

Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdBerg [2017]